E6. Eindcompetenties consolideren
Tijdens deze leerstap worden de aangeleerde begrippen, concepten en eigenschappen toegepast. De nieuwe kennis en de nieuwe vaardigheden worden ingeoefend. De leerlingen evalueren hun eigen leerwinst.
Voorbeeld A.
De leerlingen maken oefeningen gelijkaardig aan de oefening in leerstap E4 (empirische kennis toepassen). Echter, de antwoorden moeten nu wel formeel worden gemotiveerd vanuit de eigenschap die in leerstap E5 (expliciteren) werd geëxpliciteerd.
Voorbeeld B.
De leerlingen herbekijken de (nog onopgeloste) probleemstelling uit leerstap E2 (engageren). Zij vinden nu:
\({2^9} \cdot {5^9} = {(2 \cdot 5)^9} = {10^9} = 1.000.000.000\)
Voorbeeld A.
De leerlingen maken oefeningen gelijkaardig aan de oefening in leerstap E4 (empirische kennis toepassen). Echter, de antwoorden moeten nu wel formeel worden gemotiveerd vanuit de eigenschap die in leerstap E5 (expliciteren) werd geëxpliciteerd.
Voorbeeld B.
De leerlingen herbekijken de (nog onopgeloste) probleemstelling uit leerstap E2 (engageren). Zij vinden nu:
\({2^9} \cdot {5^9} = {(2 \cdot 5)^9} = {10^9} = 1.000.000.000\)